woensdag 28 september 2011

Rode loper

Over zomer gesproken. Twee weken terug ben ik een weekend in Venetië geweest. Ik moet teruggaan tot het voorjaar dat ik ’s avonds in de buitenlucht gedineerd heb, dit terzijde. Venetië met Rotterdam vergelijken heeft geen zin, Venetië is als stad een bestemming op zich. Maar waarom kom ik er iedere twee jaar terug? Simpelweg omdat Venetië telkens weer de rode loper uitrolt. Ook nu barst de stad uit zijn voegen met hedendaagse kunst. Ieder land wil aanwezig zijn, tot in de uithoeken van de stad aan toe worden tentoonstellingen georganiseerd en doemen rode Biennale-logo’s op. Venetië weet als geen ander wat klantenbinding inhoudt. Een tweejaarlijkse magneet. Kan Rotterdam dat ook?
De Maas is geen Canal Grande, dat weet ik heus wel. Maar Basel is ook geen Venetië en bindt in juni toch de hele internationale kunstwereld aan zich. Het kan dus wel. Om in Michelin-termen te spreken: is de stad een rustpunt, een omweg of een reis waard? Food for thoughts.
Venetië rolt niet alleen de rode loper uit voor de kunstliefhebber maar blijkt een welwillende basis voor ambitieuze grote verzamelaars. Inmiddels zijn Peggy Guggenheim, Francois Pinault en Prada definitief neergestreken in de gondelstad. Pinault zelfs twee keer. Het zou mij niet verbazen als meer collecties volgen. Het vliegwieleffect waarover ik eerder sprak! Prachtige oude gebouwen ingevuld met dwarsdoorsneden van hun grootse en ambitieuze collecties. Het zet Venetië op de kaart als stad om verwachtingsvol naar af te reizen. Kan Rotterdam dat ook?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten