woensdag 5 oktober 2011

Rotterdam, eigentijds Venetië aan de Maas?

Laat ik deze vraag beantwoorden met een wedervraag: waarom niet? Rotterdam heeft potentie en een betekenisvolle historie mee. Rotterdam wist verzamelaars te binden. Boijmans van Beuningen is bijvoorbeeld ontstaan uit gulle giften. Het museum ontleent er zelfs haar naam aan. Een derde naam voor, tussen of na Boijmans van Beuningen zou kunnen. Het lijkt me beter de Onderzeebootloods als vingerwijzing naar de toekomst te zien. Een vruchtbare samenwerking van stad, museum en bedrijfsleven. Een model om op voort te borduren?
Ja, markante locaties aan het water zijn er voldoende zou ik zeggen. Hetzelfde geldt voor grootse hedendaagse collecties die hun oorsprong en basis hebben in Rotterdam, onderling verbonden met watershuttles. Een eigentijds Venetië aan de Maas? Een lonkend perspectief, een plan geboren.
Is het een voorbeeld van makkelijker gezegd dan gedaan? Het zal. North Sea Jazz en het Filmfestival zijn speerpunten voor Rotterdam. De stad schenkt daarmee champagne. Hedendaagse kunst past goed in dat rijtje, de potentie is er in ieder geval. Om er te komen is samenwerking tussen stad en verzamelaar onontbeerlijk. De positieve neveneffecten voor de stad zijn talrijk: een impuls voor de betreffende wijk, imago, kunstscene, horeca, musea. Rotterdam, als voorhoedespeler bij publiekprivate samenwerking. Wederom. Rotterdam, drie sterren, een reis waard.

woensdag 28 september 2011

Rode loper

Over zomer gesproken. Twee weken terug ben ik een weekend in Venetië geweest. Ik moet teruggaan tot het voorjaar dat ik ’s avonds in de buitenlucht gedineerd heb, dit terzijde. Venetië met Rotterdam vergelijken heeft geen zin, Venetië is als stad een bestemming op zich. Maar waarom kom ik er iedere twee jaar terug? Simpelweg omdat Venetië telkens weer de rode loper uitrolt. Ook nu barst de stad uit zijn voegen met hedendaagse kunst. Ieder land wil aanwezig zijn, tot in de uithoeken van de stad aan toe worden tentoonstellingen georganiseerd en doemen rode Biennale-logo’s op. Venetië weet als geen ander wat klantenbinding inhoudt. Een tweejaarlijkse magneet. Kan Rotterdam dat ook?
De Maas is geen Canal Grande, dat weet ik heus wel. Maar Basel is ook geen Venetië en bindt in juni toch de hele internationale kunstwereld aan zich. Het kan dus wel. Om in Michelin-termen te spreken: is de stad een rustpunt, een omweg of een reis waard? Food for thoughts.
Venetië rolt niet alleen de rode loper uit voor de kunstliefhebber maar blijkt een welwillende basis voor ambitieuze grote verzamelaars. Inmiddels zijn Peggy Guggenheim, Francois Pinault en Prada definitief neergestreken in de gondelstad. Pinault zelfs twee keer. Het zou mij niet verbazen als meer collecties volgen. Het vliegwieleffect waarover ik eerder sprak! Prachtige oude gebouwen ingevuld met dwarsdoorsneden van hun grootse en ambitieuze collecties. Het zet Venetië op de kaart als stad om verwachtingsvol naar af te reizen. Kan Rotterdam dat ook?

dinsdag 6 september 2011

Startmotor

Kunstenaars hebben zich altijd als een sterke startmotor van het Rotterdamse kunstklimaat gemanifesteerd. Veel grote namen hebben hun roots in Rotterdam liggen, evenzo voor design. Kunstenaars moeten vrijheid hebben. Krijgen ze die niet, dan nemen ze het wel. Vrijheid om te kunnen denken en doen, dingen te laten ontstaan als voorboden van nieuw of anders denken. Dwars of niet, Rotterdam verleidt vele kunstenaars, laat ze hun gang gaan, mits voldoende ver weg van de overgordijnen.

Maar verleiden is niet genoeg. Wil Rotterdam haar positie behouden dan moet zij kunstenaars blijven faciliteren. In essentie moet kunst zijn eigen weg vinden, als vanuit het niets ontstaan, uit een drang, noodzaak ergens uiting aan te willen geven, hoe schraler hoe beter durf ik te stellen. Maar een steun in de rug is nodig. Niet via allerlei regelingen voor inkomen, maar door vooral te faciliteren dat inkomen gemaakt kan worden. Een uitgekiend beleid. Net voldoende dat het zeer doet, maar ook prikkelt tot grote daden. Dat vereist visie maar ook kennis van beleidsmakers hoe de soms ondoorgrondelijke processen van het ontstaan van hedendaagse kunst lopen. Los lijkende schakels, toch een geheel en essentieel. Een fraai stukje motortechniek.

donderdag 25 augustus 2011

Pitstop

Maar daarna is het net of er vertraging optreedt, wordt het vliegwiel afgeremd. Waar andere steden doordraaien, lijkt Rotterdam stil te vallen. Soms een acceleratie met een goede museumshow of opening, ondertussen wel met lekkende motor en vermogensverlies. Van origine Rotterdamse galeries trekken weg naar andere oorden. Voor kunstenaars en designers is Rotterdam niet meer als vanzelfsprekend de vestigingsplaats. Verzamelaars laten Rotterdam links liggen in hun zoektocht naar het nieuwe. Kostbare brandstof gaat verloren.

Het een grijpt in het ander, het versterkt elkaar. Symptomen dat er iets aan de hand is. De motor vertoont kuren. Raar, want een blik onder de kap leert dat de motor bij een eerste inspecterende blik niet verkeerd in elkaar steekt. Boijmans, Kunsthal, Witte de With, TENT, Fotomuseum, NAi en meer vormen een stevig motorblok met potentie. En smering is er voldoende: geld van overheidswege gaat er nog steeds naar toe. Het kan de gebrekkige loop kennelijk niet stoppen of verhelpen. En dat terwijl de motor heeft gelopen als een zonnetje. Verheffende museumshows, grensverleggende kunstenaars, een verzamelklimaat met vernieuwende galeries, spetterende openingen. Erik van Lieshout repte er zondagavond nog over. And he keeps coming back... Tijd voor een APK!

woensdag 24 augustus 2011

Vliegwiel

Een goed kunstklimaat werkt als een vliegwiel. Aangezet door een startmotor raakt stil water in beweging. Loopt het, dan blijft het lopen, worden met voortstuwende kracht bestemmingen bereikt met steeds nieuwe vergezichten, perspectieven. Een delta aan ontmoetingen, dialogen, anders kijken. Grensverleggend. In februari ten tijde van Art Rotterdam is dat gevoel er steeds even, draait de motor in Rotterdam soepel en soeverein op volle toeren. De stad voelt anders: intenser, energieker, bruisend. Kunstminnend Nederland en buitenland weet de havenstad dan moeiteloos te vinden. Stad, galeries, musea, culturele instellingen, kunstenaars en verzamelaars werken eensgezind samen aan een succesvolle week van internationale allure. It shows!

donderdag 11 augustus 2011

Rotterdam, what's new? deel 2

Met Hans Sonnenberg blik ik vooruit op het 50-jarig bestaan van Galerie Delta. Het laatste kwart daarvan heb ik bewust meegemaakt. Fijn weerzien met deze mohikaan. Zijn geheugen klapt open als ik verhaal over de zeereis naar Cornwall: vluchtende Engelsen voor Napoleon die met hun schepen door navigatiefouten op eigen rotsen kapot sloegen en afzonken naar de zeebodem. De rijke schatten die naderhand opgedoken zijn: keramiek, goud, zilver, edelstenen en de houten panelen die nu als bar dienst doen in de pubs... Hans gaat met Bas de kroeg in. Ik ga op huis aan voor een nieuw recept. `Bij Schmidt heb je 130 soorten vis en jij kiest daaruit rode mul…….?` Ik hoop dat Hans nog lang blijft.

Een weekend kent twee dagen.
Boijmans intrigeert. ‘De Collectie verrijkt’ is me bekend en kan ik links laten liggen. George Condo zag ik eerder dit jaar in New York. Een weerzien. De abstracten zijn sterker dan ik dacht dat ze al waren. Gisterenavond las ik het boek van Han Nefkens met een terugblik op 10 jaar H+F mecenaat. Nu de tentoonstelling als tastbaar bewijs van zijn daden. Geld kan op vele wijzen renderen. Deze inspireert en zet aan. Wombhouse (2004) van Atelier van Lieshout appeleert aan mijn vakantie. In vier weken tijd is de boot als een perfecte huls rond me heen gaan zitten. Nothing more, nothing less, nothing more needed.

Bij TENT en Witte de With heb ik vanaf alle etages steeds blikken op het pand van Emmo en Karmin. Ontzield. Hen niet meer te kunnen ontmoeten, kan me moeilijk concentreren op de tentoonstellingen. Ik steek de straat over. Binnen waart hun geest nog rond gevangen in de kunstwerken die rijen dik in plastic tegen de muren staan. Een gaat onder de arm met mij naar huis. Telg van nieuw bloed dat door de galerie stroomde, Bert Danckaert. Sterk werk. Een koop gesloten met een warme handdruk op Art Amsterdam. In stilte loop ik de Witte With af.

Life goes on. Ook Zic Zerp straalt energie. Een eendagstentoonstelling van Niels Smits van Burgst. Rake verf op doek. Zijn galerie heeft veel aanloop. Alle Jong is nieuw, ik vrees een aankoop. Rotterdam, what’s new? Veel.

woensdag 10 augustus 2011

Rotterdam, what’s new?

Na enkele weken van absentie ben ik altijd weer verwachtingsvol van mijn stad. What’s new? Ik tref een stad in rust, zomerse rust. Iedereen is of lijkt met vakantie. De bouw ligt stil, maar nieuwe hoogbouw is als groene scheuten bamboe uit de grond geschoten. Living City op de Kop van Zuid krijgt vorm, Hoboken raakt condensed en de contouren van CS worden zichtbaar. Het NAI is met houten flonders plots heel toegankelijk en de blunderput straalt eindelijk, verlost van malaise.

Het is schrikken en slikken als ik door de Witte de With rij: ‘Te koop’ op de ramen van MKgalerie.  Het leven raast voort met een kolkende vaart, hoe rustig Rotterdam nu ook aanvoelt. Straks zit er een horecatent en zijn alle sporen gewist. Ik heb er moeite mee, maar weet dat het niet anders is. Stilstand bestaat niet. Terug kan niet meer.

Weekend. Tijd voor patronen te voet.

Bij Donner komen de kunstboeken en cd’s steeds meer in de verdrukking. Tussen Van Leest en mij zal nooit warmte ontstaan. Toch kan ik scoren: Derek Trucks & Susan Tedeschi hebben als echtelieden de handen vruchtbaar ineen geslagen. Bill Frisell maakte nieuw materiaal dat mijn interesse heeft. Brian Eno daalt ook neer in de winkelwagen.

Iris Cornelis straalt energie. Een nieuwe generatie galeriehouders is in korte tijd opgestaan in Rotterdam. Nieuw bloed, nieuw elan, nieuwe ideeen in een onzeker economisch tijdsgewricht. Petje af. Iris heeft met Noah van Dongen een fraaie keuze gemaakt uit de afstudeerders van Willem de Kooning. Verrassend en verfrissend werk.

maandag 18 juli 2011

Knagend gemis…..

En toch, hoe zeer ik van de stad hou, er knaagt iets aan me. Steeds meer. Wat heeft Rotterdam niet wat ik elders wel aantref? Soms voel ik gemis in mijn stad. Het culturele leven hapert in Rotterdam waar het de beeldende kunst betreft. Een gemis aan vermogen om dingen verder te brengen dan ze zijn, of kritischer gesteld, zouden kunnen zijn. Het gevoel van een zesde versnelling, een overtreffende trap. Mogelijk dat mijn gevoel van gemis gevoed en wellicht versterkt wordt door mijn eigen ontwikkeling: van buitenstaander, toeschouwer tot speler in het culturele leven.

vrijdag 15 juli 2011

Rotterdam kunstenaarsstad

De ontwikkeling die de stad heeft doorgemaakt heeft kunstenaars nooit weerhouden zich in Rotterdam te blijven vestigen. De stad bood en biedt steeds voldoende ruimte voor initiatief op onontgonnen plaatsen: vruchtbare akkers, waar buiten het oog van de burgerij en het toeziende oog van vadertje staat dingen kunnen gebeuren en ontstaan. Rauw, soms anarchistisch, autarkisch…Ingredienten voor een bloeiend cultureel klimaat. Het heeft aansprekend gedachtegoed en werken voortgebracht en nog steeds. Een zelfstartend proces en aanjager van een in potentie sterk cultureel klimaat. Het komt van ver, als een wijnrank die diep in schrale grond tast om de ware smaken boven te krijgen. Wat dat betreft hoeft Rotterdam zich niet meer te bewijzen. Vinas Viejas.

maandag 11 juli 2011

Rauw maar opperbest

Nog steeds kent Rotterdam vele rafelranden. Stukjes stad die braak liggen, waar een heel eigen leven is ontstaan. Soms percelen die in handen zijn van speculanten en voorlopig aan hun lot zijn overgelaten. Wereldjes op zich zoals alleen Lara Alamarcegui ze kan bloot leggen. Rotterdam is er de stad naar. Op haar best bouwt Rotterdam voort aan de creatie van fraaie plekken op rauwe stekken. Appartementen met uitzicht op de Schie bijvoorbeeld. De Aelbrechtskade, een plek die van zichzelf niet bepaald top notch is, maar wel charme kent. Een binnenvaartschip dat haast geruisloos langs de woonkamerramen voorbij trekt. Rotterdam weet er steeds meer te ontdekken. In die zin ontpopt de stad zichzelf en heeft het water haast een magische werking, eindelijk omarmd. Stad met het gezicht naar de Maas. Een stad met karakter!

dinsdag 5 juli 2011

USA?

Rotterdam ben ik steeds meer gaan zien als een Amerikaanse stad. Modern, soms inwisselbaar, met brede wegen toegankelijk, functioneel zich pas prijsgevend als je de stad echt wil leren kennen. Not love at first sight. Maar, staande op het hoofd van Katendrecht geeft Rotterdam een sensationele grootstedelijke ervaring. Nog weidser dan een groothoeklens of fisheye aankan, ontvouwt Rotterdam zich als stad van internationale allure.

Go West! Zo heet het al enige tijd in Rotterdam. Ook ik maakte de stap. Het Scheepvaartkwartier had zich in tien jaar tijd ontrafeld tot bon ton. In West trof ik nog tot kantoren verworden grootse stadspanden. De Gemeente onderstreept haar beleid met de aanleg van een deugdelijke infrastuctuur, geeft impulsen aan ondernemers, stimuleert bewoners en winkeliers hun gevels terug te brengen naar een staat zoals ze door de bedenkers bedoeld waren. Weg met het trespa! De middenstand komt weer terug, met een nieuw elan en invloeden uit alle werelddelen. Zoals een havenstad ook betaamt. Kluspanden blijken aantrekkelijk voor jongelui, die op hun beurt de wijken versterken. Een eigentijdse vorm van gebiedsontwikkeling. Goed beleid.

maandag 27 juni 2011

Intermezzo – In memoriam. Ter nagedachtenis aan Emmo Grofsmid en Karmin Kartowikromo

Lieve Emmo en Karmin,

Ik weet het nog goed….. op een zaterdagmiddag stapte ik jullie galerie binnen op de Witte de With, aangetrokken door een foto van Beat Streuli, nu bijna tien jaar geleden. In die tijd zette ik mijn eerste stappen in de kunst. Ik had al wel een paar werken bij Galerie Delta en Cokkie Snoei gekocht, maar was eigenlijk verder nog zo groen als gras op kunstgebied.

Bij jullie was het direct raak. Ik kocht niet alleen het werk, maar stapte plots in jullie wereld, een wereld gedreven door passie voor hedendaagse kunst. Het was de start van een warme onderlinge verbondenheid in kunst en vriendschap tot op de dag van vandaag.

Jullie wakkerden mijn nieuwsgierigheid aan om over de grenzen van Nederland te kijken en brachten me in contact met de internationale kunstwereld. Als nestors van de kunst en omdat in jullie hart verzamelaarbloed stroomde. Ongemerkt zijn jullie mentors voor mij geweest die mijn horizon steeds weer verder legden dan ik dacht dat hij al lag.

Verkopen was bij jullie geen doel op zich. Natuurlijk, er moest brood op de plank, maar de werken die ik en anderen bij jullie kochten voelden als een logisch gevolg van de passie en honger die jullie tentoonspreidden om de kunst en jullie kunstenaars verder te brengen. 

Ik herinner me nog dat jullie eens een groot werk bij mij thuis afleverden. Emmo belde me: “We vertrekken nu, over vijf minuten rijden we bij je voor……” In het half uur erna gebeurde er niets. Geen auto, geen werk. Plots de bel. Bezweet en buiten adem stonden Emmo en Karmin voor de deur. Wat bleek. Het werk was te groot voor de auto. “Er stond niet veel wind, dus we hebben het lopend meegenomen”. Met de wijn op tafel spoelden ze de vermoeienissen weg en werd het een memorabele avond, zoals wel vaker.

Geven en nemen heet het in het leven. Geven zat in jullie genen. Was een vanzelfsprekendheid. Dit spreekt ook uit alle reacties op jullie noodlottige heengaan die op internet te lezen zijn. Ik ga het hier niet allemaal herhalen, maar het spreekt boekdelen. En niet alleen voor de kunst. Op eenzelfde manier waren jullie zeer begaan met het lot van de medemens. Geven was jullie tweede natuur.

Nemen? Nee, dat kwam bij jullie niet voor. Ja, het leven nemen zoals het is, in al z’n puurheid, ook als het eens wat minder ging. Teleurstelling of verdriet lieten jullie direct weer hand in hand gaan met geven.

Emmo, voor mij ben jij het oertype galeriehouder. Visueel en inhoudelijk gedreven. Vol vuur en passie kon je over kunst praten waar je voor ging gekoppeld aan een breed interessepatroon. Voor mij was je immer een fijn klankbord. Je snapte de stappen die ik zette. Mooie gesprekken die me verder brachten.
Karmin, altijd ideeen. Niet alle gedachtenspinsels sneden hout, maar er is ontzettend veel goeds uit voort gekomen. Je continue drive om het Rotterdamse kunstklimaat te verbeteren. De initiatieven waar we elkaar in vonden. Je steun met raad en daad van startende galeriehouders, tijdschriften die je opzette. Je volgde je gevoel. En ja, eten was bij jou een vanzelfsprekendheid. Was het niet aan de lange tafel op de Witte de With, dan wel in Berlijn met een spontaan diner op jullie appartement. Alsof het allemaal geen moeite kostte, misschien begaf je je wat minder op de voorgrond, je was er, altijd.

Samen waren jullie één. Een unieke blend van passie, gastvrijheid, ondernemerschap en goedheid. Jullie opereerden vanuit kracht, jullie eigen kracht. Misschien konden jullie daarom wel zo goed geven en met anderen delen. Jullie wisten waar jullie voor stonden en koppelden dat aan een enorme gedrevenheid.
Last but not least, jullie oprechtheid. Zo vriendelijk, meelevend en goed als jullie waren, jullie zeiden wel waar het op stond. Altijd oprecht, open en eerlijk en met een natuurlijke warmte gebracht.

Emmo en Karmin, fijne mensen, ontzettend fijne mensen, dat waren jullie, in alles.
Niet alleen de kunstwereld, wij lijden allemaal een groot verlies. Wat ik misschien nog het meest zal gaan missen zijn de gesprekken in de galerie bij een spontaan bezoek. Bij binnenkomst Emmo gebogen achter de computer of Karmin de krant lezend, plakbandje om de brilmontuur, Dynabite-shirt aan. Een gewone zonnige zondagmiddag. Het mag plots niet meer zo zijn.

Ik koester mijn warme herinneringen aan jullie. Die blijven. Jullie zijn bij me, en ik denk dat ik dan niet alleen voor mezelf spreek.

Dank….. Emmo en Karmin….. Dank……. Dank……… Dank.

vrijdag 17 juni 2011

Paard van Troje

Met design was ik al bezig. Ik zat liever wat langer op tuinstoelen en ging dan ineens voor iets goeds. Object voor object, langzaamaan vulde mijn appartement zich. Kunst kwam voor mij niet veel later als een duveltje uit een doosje. Vrij spontaan kocht ik van een dertiende maand een foto van Jean Marc Spaans bij Galerie Delta op de Oude Binnenweg, nu elf jaar geleden. “Eens en niet weer”, dacht ik toen, geschrokken van mijn gat in de hand. But there things started. Een paard van Troje was binnengereden. Vrijwel iedere zaterdag streek ik neer bij Hans Sonnenberg op mijn loopje naar Donner. Hij liet me kennismaken met een wereld die ik niet kende. Een wereld die zich kennelijk synchroon heeft afgespeeld aan mijn fysieke aanwezigheid in Rotterdam en nog veel eerder, toen ik veilig op school zat of geeneens geboren was...

vrijdag 10 juni 2011

Rotterdam moves me

Bijna al mijn studiegenoten verlieten na het afstuderen Rotterdam. Ik niet. Geen reden.  Praktische anonieme nieuwbouw heeft me nooit getrokken, forenzendorpen evenmin. ’s Ochtends in de file met stropdas om de wijk uit tuffen... Ik moest er niet aan denken. Ik vond employ in de accountancy en niet veel later in de Rotterdamse haven, het ontwikkelen van logistiek vastgoed. Ik streek neer in een appartement in het Scheepvaartkwartier, een wijk in transitie. Een tijd ook dat Rotterdam meer en meer z’n gezicht aan het water begon te tonen. De Kop van Zuid met de zwaan als letterlijk swingend boegbeeld van een nieuw elan en kloppend hart. Rotterdam moved me, misschien ook wel door mijn nieuwe levensfase van net afgestudeerde en plots met salaris.

woensdag 8 juni 2011

Rotterdam: van ruiken tot proeven!















In 1987 zette ik mijn eerste voetstappen op Rotterdamse bodem. Geboren in Delft, getogen in dorpjes nabij Utrecht was het tijd voor een trek naar de grote stad. Opererend vanuit de periferie, trok ik mijn sporen de eerste maanden niet verder dan op de Erasmus Universiteit, RSV Laurentius en weer terug naar de Prins Alexanderpolder. Vice versa van grijs woonoord naar besloten studentenwereld met af en toe voorzichtige verkenningen in een voor mij gesloten stad. Ik was nog zo groen als gras, net zoals het Weena toen was….

Na een korte tussenstop op de Goudsesingel streek ik neer op de kruising Nieuwe Binnenweg - ’s Gravendijkwal. Kamer met Frans balkon boven Snackloket Japie. Goeie patat en ’s nachts om twee uur als eerste in de stad het AD. Altijd druk. Auto’s raasden half ondertunneld voorbij met uitlaatgassen neerslaand op het monumentale beton. Rotterdam-West ontgroende mij: rauwe straten met grandeur van weleer, schotels, hoertjes en junks. Andere levenswijzen. Trespa domineerde stadsrenovatie. Uit kelders rezen muffe dampen op, vooral na een forse regenbui op een broeierige dag. Full Moon en Sensi Smile, werelden op zich met dito publiek.

Het ware stadse leven in Rotterdam ontpopte zich verder toen ik naast mijn studie Bedrijfseconomie als bijverdienste administraties ging voeren voor middenstanders. Een kijkje achter de schermen van real life: een expanderende groenteboer met steeds meer filialen, van Crooswijk tot Noord, een ondergrondse bloemenhandelaar die kapot dreigde te gaan aan de verbouwing van metrostation Beurs, een cafebaas uit Spijkenisse en een nicht die goud geld verdiende met de toen ontluikende 06-lijnen. Het accountantskantoor, waar ik twee dagen in de week werkte, was gevestigd aan de Mathenesserlaan, een destijds donkere straat met veel kantoren en weinig leven.

Mijn culturele interesses beperkten zich tot cd’s kopen bij IT-records (helaas sinds vorig jaar gesloten!), literatuur bij Donner, af en toe een concert in Ahoy, Nighttown of Kuip, een enkele keer een film. Naar musea ging ik niet, met kunstenaars kwam ik niet in aanraking.